Het rijexamen, het theoriexamen, en de tussentijdse toets

Het examen duurt in totaal 55 minuten. Het bestaat uit de volgende onderdelen:


1. Voor het examen

In het CBR-examencentrum maak je kennis met de examinator. Die legt uit hoe je examen verloopt en controleert:


In de meeste gevallen mag je instructeur meerijden tijdens het praktijkexamen, als jij dat wilt. Soms is dit niet mogelijk, omdat er een tweede medewerker van het CBR meerijdt, bijvoorbeeld een examinator in opleiding. Je instructeur is dan wel bij het begin- en eindgesprek aanwezig.


2. Op het parkeerterrein


Als je de bijzondere verrichting goed hebt gedaan tijdens de tussentijdse toets, krijg je een vrijstelling. Dit betekent dat de examinator je op dat onderdeel niet meer toetst bij je praktijkexamen auto.


3. De examenrit

De examenrit duurt ongeveer 35 minuten. Je rijdt voor een deel zelfstandig naar een bepaalde bestemming. Dit doe je met behulp van een navigatiesysteem. Voor het grootste deel rijd je op aanwijzingen van de examinator. Die kijkt of je veilig en zelfstandig rijdt. Daarbij let hij onder meer op de beheersing van de auto, kijkgedrag en voorrang verlenen. Dat geldt voor alle zeven examenonderdelen. In het onderstaande filmpje worden de onderdelen in het kort behandeld.


Net als het rijexamen duurt de tussentijdse toets in totaal 55 minuten. Hij bestaat uit de volgende onderdelen:


Bijzondere verrichtingen tijdens praktijkexamen

Tijdens het CBR praktijkexamen voor je auto kan je de onderstaande bijzondere verrichtingen tegenkomen (laatste update: maart 2019):


Wanneer je examen doet moet je twee bijzondere verrichtingen laten zien. Je mag zelf de plaats kiezen waar je deze uitvoert. Nieuw sinds maart 2019 is dat de stopopdracht is verdwenen. In plaats daarvan is er nu de nieuwe bijzondere verrichting 'recht achteruitrijden' bijgekomen. Ook nieuw is dat de examinator nu specifieker de opdracht moet formuleren. Zo weet je als kandidaat nóg beter wat er van je verwacht wordt. Je zal dus niet meer de vraag krijgen om ergens in te parkeren, maar krijgt echt specifiek te horen of je moet fileparkeren of parkeren in een haaks of schuin vak.


1. Tussentijdse Toets

In het CBR-examencentrum maak je kennis met de examinator. Die legt uit hoe je toets verloopt en controleert:


2. Op het parkeerterrein

  • Op het parkeerterrein doe je een ogentest. Je leest het kenteken van een stilstaande auto op ongeveer 25 meter afstand.
  • Als voorbereiding op de rit stelt de examinator jou enkele vragen over de auto. Bijvoorbeeld over het checken van de motorvloeistof of de lampjes op het dashboard of iets over een autoband.
  •  

    3. De toetsrit

    De toetsrit duurt ongeveer 35 minuten. Je rijdt voor een deel zelfstandig naar een bepaalde bestemming. Dit doe je met behulp van een navigatiesysteem. Voor het grootste deel rijd je op aanwijzingen van de examinator. Die kijkt of je veilig en zelfstandig rijdt. Daarbij let hij onder meer op:

  • beheersing van de auto;
  • kijkgedrag;
  • voorrang verlenen;
  • inhalen;
  • in- en uitvoegen;
  • rijden op kruispunten en rotondes;
  • bijzondere verrichtingen.

  • 4. Het advies

    Direct na afloop van de toetsrit krijg je in het CBR-examencentrum te horen hoe het is gegaan. Daarbij geeft de examinator advies waar je nog aan kunt werken voor je rijexamen. Ook vertelt de examinator of je de bijzondere verrichtingen goed, veilig en vlot hebt uitgevoerd.

     

    Vrijstelling?

    Als je de bijzondere verrichtingen goed hebt gedaan tijdens de tussentijdse toets, krijg je vrijstelling. Dit betekent dat de examinator je hierop niet meer toetst bij je eerstvolgende praktijkexamen auto. Dat is mooi meegenomen


    Nieuw onderdeel: Zelfreflectie.

    Voor het examen vult de kandidaat een vragenlijst in, bijvoorbeeld thuis of tijdens de rijlessen. Die lijst geeft hij aan het begin van het examen aan de examinator. Deze bekijkt de antwoorden pas ná de examenuitslag en bespreekt samen met de kandidaat de antwoorden. Van belang hierbij is dat de kandidaat een realistisch beeld heeft van zijn eigen capaciteiten en beperkingen als automobilist. Zelfreflectie heeft als doel om het gedrag van de aspirant rijbewijsbezitter op een positieve manier te beïnvloeden. Het is echter geen vaardigheid en wordt daarom niet in de beoordeling meegenomen.


    Nieuw onderdeel: Milieubewust rijgedrag.

    Voor een beter milieu en voor de eigen portemonnee is het belangrijk dat automobilisten milieubewust autorijden, dus volgens de principes van Het Nieuwe Rijden. Milieubewust rijgedrag wordt in het vernieuwde rijexamen als een afzonderlijk item beoordeeld. Hierbij wordt vooral gekeken naar het anticiperend rijgedrag, zoals het rijden met een constante snelheid en het maximaal gebruikmaken van het rollend vermogen van de auto. Dit draagt niet alleen bij aan vermindering van het brandstofgebruik, het heeft ook een positieve invloed op veilig rijgedrag. Aan dit onderwerp wordt ook in het vernieuwde theorie-examen extra aandacht besteed (BRON C.B.R).

     

    Het theorie-examen voor de personenauto bestaat per 1 maart 2009 uit drie onderdelen.

    Het eerste onderdeel is nieuw:

     

    Verkeersinzicht Bij de vragen over verkeersinzicht gaat het niet zozeer over wat in de wet geregeld is, maar vooral wat in een bepaalde situatie verstandig is om te doen. Gevaarherkenning Het onderdeel gevaarherkenning is nieuw. En telt mee per 1 maart 2009 voor de uitslag van je theorie-examen. De gevaarherkenningsvragen beantwoord je door aan te geven wat je in deze situatie zou doen:

     

    Het theorie-examen bestaat uit ja/nee vragen, meerkeuze vragen, open vragen en gedragskeuzevragen (bij gevaarherkenning). De vragen worden gesteld bij beelden van verkeerssituaties op grote tv-monitoren. Je kunt ze daarop ook meelezen. Je beantwoordt de vragen met drukknoppen in de tafel.

    Vanaf 1 maart 2009 slaag je voor het vernieuwde theorie-examen als:


    Tussentijdse Toets.

    De tussentijdse toets is een rijtest die verloopt als een echt examen. Een examinator van het CBR beoordeeld tijdens de T.T.T. hoe het met je rijvaardigheid is gesteld. Tijdens de toets worden alle examenonderdelen onder de loep genomen en getoetst volgens de officiële exameneisen. Je instructeur rijdt mee en de toets duurt even lang als een echt rijexamen. Omdat de tussentijdse toets hetzelfde verloopt als het examen weet je precies wat je straks bij het examen te wachten staat. De toets is een kans bij uitstek om alvast te wennen aan de examensituatie. Nervositeit wordt zo bij veel kandidaten weggenomen.


    Vrijstelling voor bijzondere verrichtingen voor het eerste autorijexamen.

    Je kunt voor het onderdeel bijzondere verrichtingen , zoals fileparkeren of bochtje achteruit, vrijstelling verdienen op het eerstvolgende examen. Daarvoor hoeven niet alle onderdelen tijdens de toets vlekkeloos te verlopen. Wel moet je over de bijzondere verrichtingen een positief advies krijgen. Onderzoek heeft uitgewezen dat een tussentijdse toets de kans op slagen aanmerkelijk vergroot.


    Gericht naar je rijexamen werken.

    Na afloop van de toets krijg je van de examinator een adviesformulier mee. Hierop zijn dezelfde onderwerpen opgenomen als op uitslagformulier van het examen. Per examenonderdeel brengt de examinator een advies uit je kunt aan de hand van het formulier precies zien aan welke onderdelen je nog moet werken. Zo ga je met een scherpe focus op bepaalde verbeterpuntjes je rijexamen tegemoet.


    Wanneer een tussentijdse toets?

    De instructeur bepaalt samen met jou het tijdstip van de toets. Het mag duidelijk zijn dat een toets niet zinvol is aan het begin van de opleiding . Het is verstandig om op driekwart van de opleiding de tussentijdse toets af te leggen.


    DE TUSSENTIJDSE TOETS GEWOON DOEN!!!!






    Verkeersschool Piet Koster © 2024